Korte impressie Vlinder-mee-weekend 3 en 4 augustus 2013
Wat een weekend, prachtig weer, veel vlinders en prima organisatie brachten een groot publiek naar het Wateringhuis. Het begon zaterdagavond met nachtvlinders en zondag waren de dagvlinders aan de beurt. Deugddoend was de aanwezigheid van vele jonge mensen die genoten van de prima uitleg, tentoonstelling, quiz, film, tekenen en knutselen. En dit met als thema vlinders! Na dit alles kon men genieten van een broodje en een frisse pint, gezelligheid troef met als decor de Vloeiweiden en het Wateringhuis.
Soortenbeschermingsprogramma's voor dagvlinders
Uit een analyse die hiervoor werd opgemaakt en uit de Nieuwe Rode Lijst werden 3 soorten geselecteerd die het meest dringend bescherming vragen. Klik op de soorten voor meer info: Argusvlinder, Heivlinder, Bruine eikenpage
Ook wij als vlinderwerkgroep willen binnen onze reservaten en eventueel andere gebieden deze drie soorten opvolgen en monitoren.
Traditioneel wordt er een onderscheid gemaakt tussen dag- en nachtvlinders. Dit onderscheid heeft meer met gebruiksvriendelijkheid dan met wetenschappelijke correctheid te maken; meerdere nachtvlinders zijn immers ook dagactief. Zo behoort de St.Jansvlinder tot de nachtvlinders maar kan je hem enkel gedurende de dag actief waarnemen. Slechts 11% van alle vlindersoorten op wereldschaal behoren tot de dagvlinders. Voor Europa is het aandeel nog geringer: 360 dagvlindersoorten tegen ongeveer 5000 nachtvlindersoorten.(voor Belgie: 2450 soorten waarvan 111 dagvlinders, Vlaanderen 70) Er is geen echt ondubbelzinnig afgelijnd kenmerk dat dagvlinders van alle andere vlinders onderscheidt, maar de vorm van de antennes is bruikbaar. Dagvlinders hebben altijd een verdikt knopje aan het einde van hun antennes, die nooit gevederd zijn. De antennes van nachtvlinders zijn meer variabel van vorm. Meestal hebben dagvlinders fellere kleuren dan nachtvlinders, maar op deze regel bestaan allerlei uitzonderingen. Zo zijn er bv. fraai gekleurde nachtvlinders en bijzonder vale dagvlinders. De rusthouding verschilt meestal ook tussen de twee groepen, dagvlinders plooien bij rust hun vleugels dicht boven het lichaam, terwijl nachtvlinders hun vleugels in”tentvorm” houden of eventueel rond het lichaam plooien.
Als de rups volgroeid is gaat ze verpoppen. Hiervoor zoekt ze een speciale plek in de vegetatie op. De verpopping duurt enkele uren tot dagen. Het begint met een fase, waarin de rups niet meer eet, sloom en stijf wordt. Op een gegeven moment barst de laatste rupsenhuid open en werkt de pop zich naar buiten. Ze is dan nog zeer zacht en beweeglijk. Later verhardt ze. Aan de buitenkant van de pop is al duidelijk de vorm van de vleugels zichtbaar.
De pop kan geen voedsel meer opnemen en zich niet verplaatsen. Om de kans op predatie te verminderen is zij dan ook meestal goed gecamoufleerd. Tijdens de pop-fase vinden er binnenin tal van veranderingen plaats; de organen van de rups worden afgebroken en onder hormonale controle wordt de vlinder opgebouwd. Het pop-stadia duurt anderhalf tot drie weken, bij soorten die als pop overwinteren ruim zeven maanden.
Er zijn drie types van poppen
Van eitje tot vlinder
Vlinders hebben een bijzondere levenscyclus die bestaat uit vier verschillende fasen. Het begint met een eitje, en uit dat eitje komt een rups. De rups heeft maar één doel: eten. Wanneer de rups voldoende is gegroeid, zal hij zich gaan verpoppen. En in de pop vindt de gedaantewisseling van rups tot vlinder plaats. Hoe lang de cyclus duurt, is voor iedere soort verschillend. Een klein koolwitje bijvoorbeeld, doorloopt de cyclus in vier weken.
Wat hebben vlinders nodig?
Enkele tips
Voor meer info: http://vlindermee.be/tuintips.aspx
Uitgestorven in Vlaanderen
Met uitsterven bedreigd
|
Bedreigd
Kwetsbaar
Zeldzaam
Onvoldoende gekend
|
Momenteel niet bedreigd
|