Pieter Cox

Verslaggeving

Overzicht - 2016

Winteruitstap naar Zeeland - 21 februari 2016

 

 

 

Winteruitstap naar Zeeland - 21 februari 2016

Zeelandreis 2016; moet er nog wind zijn?

Voorzien om een ganse dag door de regen te lopen stapten we 's morgens de bus op richting Zeeland. Met dank aan de wind vlogen die regenbuien gelukkig verder landinwaarts en bleef het droog, maar dat het gewaaid heeft, dat hebben we wel geweten!

Met het Veerse meer als eerste halte begon onze oefening "hoe blijf ik overeind bij rukwinden tot 6 à 7 beaufort". De pijlstaarteenden vlogen er als een pijl uit een boog aan ons voorbij, althans, toch met de wind in de rug. Tussen de middelste zaagbekken, brilduikers, futen en smienten werden ook enkele kluten, krakeenden en zelfs een vrouwtje krooneend teruggevonden. Tureluur, zilverplevier,bonte strandloper, wat wulpen en kievitten werden er eveneens gespot.

Onderweg relatief weinig ganzen. Rotgans en brandgans waren nog ruim vertegenwoordigd, maar grauwe ganzen en zeker de kolganzen lieten het afweten. Vanuit de bus zagen we nog een witgatje, kleine zilverreigers, een groenpootruiter, en eentje die van heel ver was komen aanwaaien; een Indische gans.
Na onze lunch in de Heerenkeet opnieuw een fikse wandeling, niet in afstand, wel tegen de wind in. Onze evenwichtsoefeningen in de voormiddag bleken hier zowaar slechts het aperitief geweest te zijn. Tegen de wind in hangen was geen probleem! Op zee een geoorde fuut, landinwaarts lepelaars, goudplevieren, slobeend en wintertaling.

Op Brouwersdam werd op de hoge golven toch nog een roodkeelduiker gevonden, langs het water drieteenstrandlopers en enkele paarse strandlopers. Hier was ook weer duidelijk hoe krachtig de natuur te keer kan gaan; bulldozers waren al bezig om de "wandelende duinen" terug van de baan te ruimen.
Ter hoogte van Scheelhoek kwamen we vorig jaar ogen te kort, dit jaar kwamen we vooral vogels te kort. Er viel hier nauwelijks beweging te bespeuren.

Aan de Plompe toren vonden we opnieuw veel van hetzelfde. Op weg naar onze laatste halte werd nog een grote zilverreiger gespot. Ter hoogte van Neeltje Jans zagen we dat onze Noorderburen niet voor niets een stormkering hebben gebouwd; de dam was afgesloten. Hierdoor konden in de Oosterschelde de mosselen rustig verder rondhangen. Jawel, naast hangjongeren bezitten ze in Nederland nu ook hangmosselen!

Om de dag af te sluiten werd nog even een brouwerij bezocht. Aangezien de meesten onder ons in de tweede ronde op hoop van zegen kozen voor een ander natje, werd daarmee toch weer duidelijk dat je bier best laat brouwen door een Belg. Met 63 vogelsoorten op het lijstje was dit misschien niet de meest soortenrijke trip ooit, maar de unieke ervaring van storm en wind aan zee compenseerde dit ruimschoots waardoor alweer een cliché werd bevestigd; de afwezigen hadden ongelijk!

Carl Vertommen