Pieter Cox

Verslag - 3-daagse naar Grand-Halleux 2009

Verslag van de driedaagse uitstap naar Grand-Halleux in de Belgische Ardennen op vrijdag 22, zaterdag 23 en zondag 24 mei 2009.

Vrijdag 22 mei 2009: Distelvlinders bij de vleet.

Het is dit jaar de 34ste achtereenvolgende driedaagse natuurexcursie van onze afdeling. Net zoals in 2002 is Grand-Halleux, een klein Ardens dorp in het noordoosten van de provincie Luxemburg en aan de grens met de provincie Luik, ons doel. Het is gelegen in de groene stille Salmvallei tussen Trois-Ponts (nabij Coo) en Vielsalm. We verblijven in het prachtige kasteel van het Instituut Fernand Orban de Xivry, Farniéres 4, een “centre spirituel”, eigendom van en geleid door de paters van Don Bosco.
De weerberichten voorspellen zonnig en warm weer en bij vertrek kondigt de dag zich inderdaad schitterend zonnig aan. Stipt om 10 uur zijn alle 35 deelnemers aangekomen op de plaats van afspraak, de parking bij het gemeentehuis van Grand-Halleux. Na verwelkoming, in het bijzonder van Jef Diepvents, die als enige voor de 34ste keer erbij is, en tevens van de nieuwelingen, die voor de eerste maal deelnemen, volgt een briefing door Marc Geuens, die de wandelingen heeft voorbereid.
Goed geschoeid, knapzak mee, de verrekijker en digitale fototoestellen binnen bereik trekken we de open natuur in. De interesses of aandachtspunten zijn verschillend. Hoewel vogels het merendeel van de deelnemers bezighoudt, zijn er enkelingen die het ook en vooral op vlinders, kevers, bloemen of bomen gemunt hebben en een lijstje van waarnemingen opstellen. En zodoende vangen we links en rechts boeiende natuurwetenswaardigheden op. In een gat in de muur van het gemeentehuis heeft een boomklever nestgelegenheid gevonden en de opening heeft de vogel zodanig met aarde dichtgemetseld dat hij er nog net doorkan en zodoende ongenode gasten de toegang bemoeilijkt. We leren een Argusvlinder kennen, die aan een koevlaai zijn kostje lijkt te vinden. Mooi in de blauwe lucht is de vlucht van een eerder witgevederde buizerd. Ik leer van Jef het verschil kennen tussen een Europese en Chinese lariks: bij de Chinese lariks zijn de kegeluitsteeksels helemaal omgekruld. De meidoorn staat overal in bloei en de geur van de bloemen is heel prominent. De witte schermen van fluitenkruid omzomen prachtig de wegranden. Het wilgenroosje daarentegen is nog niet aan bloeien toe. Ook oortjes open houden want we horen de geelgors en de grasmus. Het is echt vlinderweer: net zoals thuis in mijn tuin is het bont zandoogje het vaakst te zien. De koolwitjes zijn van op afstand goed waarneembaar. Ook de trekvlinder atalanta wordt gezien, echter niet zo vaak als de andere trekker, de distelvlinder. Toon weet ons te vertellen dat er dit jaar uitzonderlijk vanuit Marokko een massale invasie is geweest van de distelvlinder naar Europa. We zien deze vlinder inderdaad voortdurend en hij is te herkennen aan zijn quasi rechtlijnige en snelle vlucht over weiland en hagen. Af en toe laat hij zich eens van nabij bewonderen, waarbij we opmerken dat de oranje, witte en donker gevlekte kleurtjes wat verbleekt zijn. Niet te verwonderen natuurlijk na een intercontinentale vlucht, waarbij tal van schubjes van de vleugels onvervangbaar verloren zijn gegaan. U vindt in deze Zonnedauw een artikel over de distelvlinder. Terloops verneem ik dat de zwarte ooievaar is gezien. Als men over bomen iets wil opsteken, dan moet men bij Jef Diepvents zijn die wetenswaardigheden over wilg, bergvlier en echte vlier, berk, eik, echte es, hazelaar, inlandse vogelkers enz. weet te vertellen. En alzo wandelend en waarnemend komen we aan in Ennal, een onooglijk maar bekend gehuchtje omdat er een café is (uitgebaat door mensen uit Mol) en waar we onze picknick kunnen oppeuzelen.
De namiddagwandeling is een gevarieerde landschapswandeling maar omwille van de warmte en enkele stevige hellingen dienen we af en toe onze reserves dieper aan te spreken. Gelukkig is er de fluiter en het aanhoudend geroffel van de zwarte specht, een kramsvogel op zijn nest en Marc die ons regelmatig rust gunnen. Niettemin zijn we allen blij tegen half zes de kerk van Grand-Halleux, de eindbestemming, in het zicht te krijgen. Aangekomen in het instituut verrast ons Gerard Jannis, nagekomen met zijn zelf ingerichte camionet-mobilhome. Gerard heeft ergens onderweg een verongelukte das ten aanschouwen voor ons meegebracht.
Tijdens de avond worden Theo Renckens voor zijn 25ste deelname en Toon Jansen voor zijn 10de deelname gevierd en mochten we genieten van hun traktaties in de vorm van lekkere zelfbereide porto en heerlijk gebak, meegebracht van het thuisfront, zelfgebakken door Catho. Dank u.

Paul VERHEYEN

Zaterdag 23 mei 2009: een onvergetelijke picknick aan de Lienne.

Iedereen heeft de dag van gisteren en ook het «paterbier» goed verteerd. Na een lekker ontbijt vertrekken we in karavaan naar Odrimont, evenwel zonder picknick want ook paters kunnen iets vergeten. Geen nood want de picknick en nog enkele bakken bier en water zullen nagebracht worden. Pas vertrokken krijgen we een show van een rode wouw. We genieten van het landschap op weg naar Amcomont. Vlinders krijgen de nodige aandacht, zeker als je boterbloempje heet en geen plant bent, maar een nachtvlinder die geen boterbloemen lust.
Bij een eerste rustplaats is het duidelijk dat Paul met een ei zit, weliswaar van de zanglijster. De twee spelende vlinders aan de rand van het bos blijken groentjes te zijn. Onder houten boomstammen heeft Gerard een hazelworm gevonden en Paul, hoewel geen visser, vindt in een plasje “verre de vase”. Op weg naar de picknickplaats moeten we langs een ondergelopen holle weg. Iedereen gaat via een hoger gelegen wei, behalve Yvo. Die wil het toch eens proberen of je er zo niet door kan geraken met als gevolg een modderbroek. Ook een mountainbiker geraakt, ondanks onze aanmoedigingen, tot halfweg en moet dan afstappen.
Aangekomen bij de rivier de Lienne is de bevoorradingswagen van pater-fourier al gearriveerd met lekkere verse belegde broodjes, met frisdrank en met bier. Bij een beek moet je altijd goed opletten dat je niet nat wordt van keiengooiers. Ook smaakt bier soms naar de beek, nietwaar Jos? Niet iedereen blijft uitrusten. Een bont dikkopje, een bosbeekjuffer en een bronlibel is de oogst van enkele struiners. Het is een heerlijke picknickplaats. We hebben ditmaal zelfs geen café nodig, want de drank die de pater heeft meegebracht wordt in de beek gekoeld.
Na de middag wordt iedereen in de bloemetjes gezet in een zee van gele brem. Via wondermooie panorama’s en het dorpje Lansival komen we op een schijnbaar bekend terrein. Een deel van deze wandeling hebben we tijdens één van onze herfstreizen ook al met Olav gemaakt. Zoals Marc voorspeld heeft, zijn er in al de dorpjes die we passeren geen cafés. Gelukkig weet hij nog een camping liggen en daar kunnen we onze dorst lessen, want het is de hele dag behoorlijk warm geweest.
’s Avonds wordt er nog geprobeerd om een vroedmeesterpad te vangen, maar... wel gehoord echter niet gezien. Dus zit er niets anders meer op dan nog eens van het paterbier en van Theo zijne cake te genieten.

Luc WINTERS

Zondag 24 mei 2009: Heuglijke driedaagse in de Ardennen en volgend jaar afspraak aan zee.

Ook deze laatste dag te Grand-Halleux begint feestelijk. Het stralend ochtendzonnetje heeft de meesten al vroeg uit hun bed gehaald. Aan de ontbijttafel wordt verteld dat iemand van dichtbij een hinde van een dartel en vrolijk hert heeft ontmoet. Op zich een mooie waarneming, maar wat betreft dat “dartel en vrolijk” gedoe, daar heb ik toch mijn twijfels over. Het patersbier dat de betrokkene de avond voordien (volgens mijn informant) rijkelijk door zijn keelgat heeft laten vloeien, staat bekend omwille van het licht euforisch gevoel dat het losweekt in de hersenen én de zeer lange nawerking. Een effect dat ik trouwens zelf proefondervindelijk heb kunnen vaststellen.
Maar blijkbaar heeft bijna iedereen zich de avond voordien licht bezondigd aan datzelfde patersbier, want als Marc weeral een wandeling bergop/bergaf langs velden en wegen voorstelt, klinkt er maar weinig gemor in de gelederen. Toch een greep uit de kwistig in het rond gestrooide plantjes die we onderweg zien; gewone en kranssalomonszegel, zilverschoon, voorjaarsganzerik en het alom tegenwoordige maar oh zo fraaie grote ereprijs.
’s Middags keren we terug naar het imposante Don Bosco Instituut waar we ons laatste broodje gezond opeten op het immense gazon onder de kruinen van eeuwenoude eiken en beuken. En dan worden de troepen verzameld om het laatste oordeel te vellen over de driedaagse-editie 2010. De Westhoek aan onze Belgische kust haalt het moeiteloos met ruime voorsprong. Ik heb het voorrecht om deze trip samen met Marc, Leon en Jean te mogen voorbereiden.
De Westkust bij De Panne en Koksijde biedt nog een prachtig, ruim en vrij intact kustduinenbiotoop, althans naar Belgische normen. Er is de laatste jaren enorm geïnvesteerd in natuurherstel en natuurontwikkeling. En er liggen ook enkele leuke bezoekerscentra. Een echte aanrader dus. Dat de leiding opteert om ‘het eens met de trein te doen’ stemt mij als zeer toegewijde spoorwegman bijzonder gelukkig. Wel zullen enkele Natuurpunters, indien ze meewillen, van mij op voorhand de brochure “hoe gedraag ik mij in een trein” toegestopt krijgen. Met de allerbeste bedoelingen trouwens.
’s Middags is het effect van het weldoende patersbier ver uitgewerkt. De afsluitende wandeling wordt schoorvoetend aangevat. Een enkeling blijft zelfs op het gezellige terras plakken. Een goed uur later komt ook de rest van de bende teruggesjokt. De loden namiddaghitte is volgens hen nauwelijks te harden. Persoonlijk denk ik dat de pronte verschijning van Sophie, de bazin van Bocholtse origine die het plaatselijk cafeetje uitbaat, velen voortijdig heeft teruggelokt. Noch rode wouw, noch grauwe klauwier kunnen hen verleiden iets langer ten velde te blijven. Nog een laatste pintje, koffie of ijsje en dan wordt de heimwee naar het bronsgroen Limburgs eikenhout toch te groot. Het terrasje bij Sophie wordt leger en leger. Het laatste groepje blijft nog even nakaarten. We zijn het er roerend over eens dat we de mooie meidoornhagen toch wel missen in ons Noord-Limburgs landschap, dat ze in de Ardennen ook wel iets kennen van het brouwen van lekker gerstennat en dat de laatste drie dagen voorbijgevlogen zijn. Voilà. Tot volgend jaar aan ’t zeetje.

Theo GEUENS

Van Toon JANSEN ontvingen we een lijst van waargenomen insecten:

Dagvlinders: Argusvlinder - Distelvlinder - Atalanta - Bont Zandoogje - Oranjetipje - Dagpauwoog - Klein geaderd witje - Klein koolwitje - Landkaartje - Citroenvlinder - Groentje - Bont dikkopje.

Nachtvlinders: Boterbloemke - Oranje bremspanner - Veelvraat - Witte tijger - Dwerghuismoeder - Zwart beertje.

Kevers: Groene zandloopkever - Paardenmestkever - Zwart Soldaatje - Meikever - Citroenlieveheerbeestje - Distelboktor - Apion frumentarium - Carabus arcensis - Rozekever.

Wants: Vuurwants

Van Michel Emmers ontvingen we volgende lijst van waargenomen vogels tijdens deze driedaagse: Aalscholver - Spotvogel - Blauwe Reiger - Grasmus - Zwarte Ooievaar - Tuinfluiter - Wilde Eend - Zwartkop - Rode Wouw - Fluiter - Buizerd - Tjiftjaf - Torenvalk - Fitis - Boomvalk - Goudhaantje - Fazant - Vuurgoudhaantje - Houtduif - Grauwe Vliegenvanger - Tortel - Matkop - Bosuil - Zwarte Mees - Gierzwaluw - Pimpelmees - Zwarte Specht - Koolmees - Grote Bonte Specht - Boomklever - Veldleeuwerik - Boomkruiper - Boerenzwaluw - Grauwe Klauwier - Huiszwaluw - Gaai - Boompieper - Ekster - Grote Gele Kwikstaart - Kauw - Witte Kwikstaart - Zwarte Kraai - Winterkoning - Spreeuw - Heggenmus - Huismus - Roodborst - Vink - Zwarte Roodstaart - Europese Kanarie - Gekraagde Roodstaart - Groenling - Merel - Goudvink - Kramsvogel - Geelgors - Zanglijster - Grote Lijster